Hoe kies ik een boek?

Hoe kies ik een boek?

Ze zitten in groep 7 en hebben een ernstig leesprobleem of dyslexie. Of beter gezegd: ze halen een E-score op de DMT en beheersen AVI niet op het niveau van hun klas. Ze vinden lezen trouwens wel leuk en lezen alle 4 ook graag. Juf leest de flaptekst achter op het door haar uitgekozen boek voor en ze bekijken samen de voorkant en de titel. Paul Biegel kennen ze niet, maar als Juf het eerste hoofdstuk heeft voorgelezen draait Jan de kopie om. Hè, zegt hij teleurgesteld als hij de lege achterkant ziet. Ik wil weten hoe het verder gaat, want ik hou van spannende boeken. En zo ontspint zich een gesprek over het kiezen van boeken. Alle vier brengen ze een boek mee van thuis om in de klas tijdens het stillezen te lezen, want de boeken in de klas zijn saai. Ze staan in een dichte kast en je kunt er een beetje moeilijk bij.

Lize houdt van series en die vindt ze niet in de klas. Tenminste niet haar serie: ‘Dagboek van een Muts’. Ze is bij deel 6. Juf vraagt haar waarom ze series leuk vindt en ze antwoordt dat je na één boek al weet hoe het gaat. Je kent de namen en de omgeving en daar hoef je dus niet meer over na te denken. Dat is in elk boek van de serie hetzelfde en dat vindt ze fijn.

Marije geeft aan dat ze deel 7 van haar wel mag lenen als het zover is. Zij heeft alle tien de delen thuis en gaat nu aan ‘Het leven van een Loser’ beginnen. Als Marije een boek kiest moet ze eerst een paar zinnen van de eerste bladzijde lezen en als dat leuk is gaat ze het boek verder lezen. Ze heeft niet genoeg aan de flaptekst en de titel.

Jan leest het liefst boeken van Paul van Loon, maar houdt niet zo van series. Hij leest dus verschillende boeken van Paul van Loon, vooral omdat hij spannende boeken leuk vindt.

Tim vertelt dat hij eerst de titel en de voorkant van het boek bekijkt. Dan leest hij de flaptekst en als hij dat leuk vindt leest hij het boek. Hij leest nu thuis Harry Potter. In de klas leest hij liever stripjes, want daar kan hij zich niet concentreren. Er is altijd wel iets dat hem afleidt.

Lize en Marije kiezen series, want die zijn voorspelbaar en vaak niet moeilijk van inhoud. Serieboeken smullen lekker weg. En zeg nou eerlijk: zo zijn wij toch ook begonnen met lezen?

Jan kiest voor één bepaalde schrijver. Een schrijver heeft over het algemeen zijn eigen taalgebruik. Hij gebruikt vaak dezelfde woordenschat en zinsconstructies en dit maakt de boeken van een schrijver in zekere zin voorspelbaar. Als de taal van de schrijver je niet aanspreekt, kun je het boek niet of met veel moeite uitlezen. Herkenbaar toch?

En tot slot Tim, die thuis Harry Potter leest en in de klas stripjes. Zou zijn juf weten dat hij best pittige boeken aan kan ondanks zijn dyslexie, zolang hij maar niet aan tijd wordt gebonden?

Een gesprekje over hoe je een boek kiest kan je heel veel informatie opleveren. Bovendien kun je deze informatie weer gebruiken voor kinderen die niet zo gemotiveerd zijn om te lezen. Het juiste boek kiezen en vinden is best moeilijk en vooral voor kinderen met ernstig leesproblemen en dyslexie. Maar het kan wel en dat bewijzen bovenstaande kinderen.

Hoe kies je een boek? Laat de kinderen het eerst zelf vertellen!