Leesbegrip
Jip-enjanneketaal en begrijpend lezen
OverzichtEen artikel uit 2018 op de website speld.nl https://speld.nl/2018/08/28/wij-leggen-jip-en-janneke-voor-je-uit-onbegrijpelijke-taal/ werd uitgebreid gedeeld in de social media. In dit artikel werd het eerste hoofdstuk van Jip en Janneke deel 1 herschreven in “onbegrijpelijke” taal. Onmiddellijk flitsten mijn gedachten naar begrijpend lezen en de kwaliteit van de daarvoor beschikbare teksten. Veel teksten in methodeboeken voor het basisonderwijs worden namelijk herschreven naar nog minder dan Jip en Janneke taal met het idee dat deze teksten beter te begrijpen zijn. AVI en CLIB bieden het technische niveau dat hiervoor leidend is. Teksten in methodeboeken van groep 4 en 5 zijn hierdoor geschreven op het niveau van AVI M4/E4 en M5/E5. Maar zijn deze teksten hierdoor beter te begrijpen?
Nieuwe inzichten met betrekking tot het begrijpend leesonderwijs leren ons: Hoe eenvoudiger de tekst, hoe moeilijker te begrijpen. Denk bijvoorbeeld aan een tekst uit een aanvankelijk leesboekje in groep 3, zoals:
ik
ik vis
ik vis mis
ik vis sok
Gelukkig verdrinkt de tekst in heldere illustraties, waardoor je alleen maar naar de plaatjes hoeft te kijken om de tekst te begrijpen. En gelukkig heb je een juf of meester die het je uitlegt als je het niet begrijpt. Eigenlijk zijn deze teksten alleen geschikt om technisch te leren lezen, want hoeveel begrip moet je zelf niet activeren om deze tekst te kunnen begrijpen?
Vernooij schrijft er in zijn artikel “Begrijpend lezen en omgaan met verschillen” (Zorgbreed 48 - Jaargang 12, jun-jul-aug 2015 ,Pag.28-38) het volgende over:
Een onderzoek aan de Universiteit van Utrecht (2013, 2014) toont aan dat teksten die aan onderstaande kenmerken voldoen voor kinderen moeilijk te begrijpen zijn:
- de zinnen zijn kort en worden niet verbonden door verbindingswoorden
- de tekst wordt in fragmenten weergegeven
- illustraties nemen meer plaats in dan de tekst
- teksten lopen niet door
- de informatieve inhoud wordt in een verhaal weergegeven
Pak er een methodeboek van een willekeurig zaakvak bij of zelfs een methodeboek voor begrijpend lezen en je ziet dat er voor schoolboeken onvoldoende goede teksten geschreven zijn ( Van Silfhout & Vernooy, 2014). Volgens Van Silfhout (2014) hebben veel leerlingen moeite met dit soort teksten. Bovendien hebben ze negatieve effecten op de woordenschatontwikkeling (Adams, 2010-2011). Kendeou e.a. (2014) stellen dat teksten die een goede samenhang kennen door leerlingen, ook zwakke lezers, makkelijker onthouden en naverteld kunnen worden.
En ondertussen lezen we onze leerlingen in groep 1-2 teksten uit prentenboeken voor als:
“Wat ben je aan het doen?” vraagt Eend.
“Ik ben aan het lezen,” zegt Pad. Hij kijkt gewichtig.
Een grote medaille slingert heen en weer op zijn vest.
Die heeft hij gekregen wegens moed onder zware
omstandigheden, heeft hij Eend een keer verteld.
(uit: "Het verhaal van Eend", Harmen van Straaten, uitgeverij Leopold/Amsterdam, 2004)
Ons begrijpend leesonderwijs ligt de laatste tijd erg onder vuur, mede doordat onderzoeken zoals PIRLS laten zien dat Nederlandse leerlingen moeite hebben met complexe teksten. Hierdoor willen we onze aanpak veranderen en dat begint met de keuze van een kwalitatief goede tekst. Wat zijn dan teksten die geschikt zijn om van onze leerlingen betere begrijpende lezers te maken en waar vinden we ze?
Smits en Verkoeven geven in hun blog http://geletterdheidenschoolsucces.blogspot.com/2015/09/begrijpend-lezen-met-de-methode.html de volgende adviezen:
- kies een tekst die leerlingen uitdaagt en motiveert
- zorg dat leerlingen zich betrokken voelen bij de tekst
- werk via boeken en andere teksten langer aan eenzelfde thema
- zorg dat de tekst nieuwe informatie biedt
- verrijk methodeteksten met fictie, non-fictie of filmpjes
Haal teksten bijvoorbeeld uit tijdschriften (New Scientist, National Geographic, Roots, Puur Natuur, Technisch Weekblad, Quest, Quest Historie, Kijk en Historisch Nieuwsblad), van internet (Klassenteksten, Blendle, Docukit, Winkler Prins, Geschiedenis voor kinderen, Kidsweek, Sevendays, Spectrumbox) of van de sites van Trouw, de Volkskrant of NRC.
Volgens de kenmerken die Vernooij beschreef zal een gemakkelijk te begrijpen tekst een doorlopende tekst zijn; zullen de illustraties de tekst ondersteunen maar van ondergeschikt belang zijn omdat de tekst zelf begrijpelijk is; zullen de zinnen verbonden zijn met verbindingswoorden en langer zijn dan in methodeboeken en zal de tekst door lopen, dus niet weergegeven worden in fragmenten.
Er is meer nodig dan kwalitatief goede teksten om van onze leerlingen goede begrijpende lezers te maken, maar het is zeker een mooi begin.