Spelling
Die lastige spelling
OverzichtDie lastige spelling!
Spelling en dyslexie
Er bestaan geen typische dyslectische spelfouten! Wat wel een feit is, is dat kinderen met dyslexie meer tijd nodig hebben om te automatiseren dan wij ze in het onderwijs gunnen. Dat betekent dat als je de vrije spelling van een kind met dyslexie uit groep 8 bekijkt, je daar spelfouten in kunt tegenkomen die door kinderen vanaf groep 3 worden gemaakt. Zelfs niet geautomatiseerde klanktekenkoppelingen zijn niet vreemd. Vanuit elk schooljaar is er wel iets van spelling dat nog niet geautomatiseerd is. Dit merk je vooral als je een kind met dyslexie bijvoorbeeld een eigen verhaaltje laat schrijven. Woorddictees in de klas willen vaak met wat aanpassingen nog wel lukken, maar het niet geautomatiseerd zijn van deze woordbeelden zie je terug in een eigen verhaaltje.
Dictees in de taalmethode
Methodes gaan verschillend om met auditieve dictees als controle van het spellingaanbod. Zo bestaan er controledictees die niet de geoefende woorden bevatten, maar andere woorden van de geoefende categorieën. Dit is voor kinderen met dyslexie die niet categoriegevoelig zijn een onmogelijke opgave. Een aanpassing zou kunnen zijn om ze de controlewoorden te laten oefenen met bijvoorbeeld BLOON. Je kunt er dan in ieder geval van uitgaan dat ze werken aan het automatiseren van directe woordbeelden! Indien controledictees wél geoefende woorden bevatten, is een aantal van 20 of meer erg veel voor een kind van dyslexie. Zie het als bergop moeten rijden met je rolstoel. Het aantal beperken tot 10 is dan een optie, waarbij het kind in de tijd dat de andere leerlingen nog bezig zijn met het dictee de tijd krijgt om zijn woorden nog eens goed te bekijken. Je zou de opdracht kunnen geven om bijvoorbeeld een teken te plaatsen bij de woorden waarvan het kind heel zeker is dat het goed is geschreven. Dit geeft je een goed beeld van zijn automatiseringsniveau.
Sommige controledictees bevatten zinnen. Dit is voor een goede speller een hele goede oefening, omdat de hoeveelheid woorden in een zin zorgen voor afleiding en dus laten zien in hoeverre de woordbeelden waar het om gaat écht goed geautomatiseerd zijn. Voor kinderen met dyslexie is dit een extra opgeworpen moeilijkheid die erg verwarrend kan werken. Zie het als met een auto door een drukke stad rijden zonder navigatie. Laat kinderen met dyslexie bijvoorbeeld niet de hele zin opschrijven, maar alleen de woorden waar het in eerste instantie om ging.
Met of zonder aanpassingen zijn kinderen met dyslexie in een bepaalde mate in staat om de dictees en oefeningen binnen de methode goed te maken. Ze oefenen voor het dictee meestal pas de avond van te voren en afhankelijk van het moment van afname zijn de resultaten goed tot matig. Als het dictee meteen bij de start van de schooldag plaats vindt, is er weinig extra vulling van het werkgeheugen door andere leerstof en kunnen de geoefende woordbeelden nog aardig worden gerepresenteerd. Het werkgeheugen heeft namelijk een kleine capaciteit en gooit bij overbelasting overtollige ballast (ofwel, niet geautomatiseerde kennis) simpelweg overboord. Bij kinderen zonder dyslexie zitten de geleerde woorden na enkele keren oefenen in het lange termijngeheugen en kunnen naar believen worden opgeroepen. Kinderen met dyslexie hebben vele malen meer oefening nodig voor dit proces en die tijd gunnen ze zichzelf niet en wij vaak binnen het onderwijs ook niet.
Extra spellingbegeleiding
Als kinderen gevoelig zijn voor spellingregels, kun je proberen die weer goed te herhalen en toe te laten passen. Regel nummer 1 hierbij is dat je zo dicht mogelijk bij de gebruikte taalmethode blijft!
Een eigen spellingschriftje is een goed idee, waarbij je de spellingregels uitdrukt met een picto bijvoorbeeld. Het kind kan eigen woorden toevoegen die bij de spellingregel passen en die hij in teksten tegen komt. Zo is er meteen een mooie verbinding met andere vakken. Kant en klare regelkaartjes zijn te vinden via http://www.opzoekboekje.nl/. Geef kinderen alleen de kaartjes die voor hen van toepassing zijn en laat ze bewaren in een klein fotoboekje bijvoorbeeld.
Als een kind niet regelgevoelig is kun je proberen woorden los te automatiseren met bijvoorbeeld BLOON (zie www.dyadon.nl voor gratis download en ideeën). En verder ga je kinderen proberen zoveel mogelijk spellingbewust te laten zijn en hun spellinggeweten te helpen ontwikkelen. Het meest simpele hulpmiddel is het woordenboek, maar wat hierbij goed kan worden ingezet is weer de compenserende software! Zo'n programma kan uitspreken wat je typt, afhankelijk van je instelling van letter- tot zinsniveau. Het voorspelt woorden en controleert. Dus typeles vanaf groep 6 en spellen maar!
Deze column verscheen ook in april 2016 in de Nationale Onderwijs App